Mindset is de overtuiging die je over jezelf hebt. Carol S. Dweck van de VS Stanfort University doet tientallen jaren onderzoek naar prestatie en succes. Ze ontdekt dat niet alleen onze talenten en vaardigheden zorgen voor succes maar dat succes ook in grote maten afhangt van onze mindset. Ze noemt twee mindsets: groei gerichte mindset en de statische mindset (growth mindset en fixed mindset). Ook wel groei-mindset en vaste mindset of open- en gesloten mindset genoemd.
De groeimindset is:
- Gericht op vernieuwing
- Gericht op het leerproces
- Van fouten leer je
- Slimme dingen doen
- Uitdagingen aangaan
De vaste mindset is:
- Gericht op de bekende weg
- Gericht op het eindresultaat
- Fouten maken is falen
- Slim zijn
- Uitdagingen vermijden
Jouw mindset hoeft niet volledig de één of de ander te zijn. Veelal is het een combinatie van beide waarbij je meer naar de ene of de andere kant overhelt. Duidelijk mag zijn dat de groeimindset de meeste ontwikkeling oplevert, meer zelfreflectie mogelijk maakt en uiteindelijk, als we het wat doorvoeren, meer leerrendement kan opleveren bij leerlingen. Niet dat een goede leerkracht vanuit de vaste mindset geen leerrendement kan halen, maar ik ben ervan overtuigd dat diezelfde leerkracht vanuit een groeimindset meer bereikt. Hier volgen nog wat ervaringen vanuit de verschillende mindsets:
Zelfreflecteren kan heel lastig zijn. En het mag duidelijk zijn dat dit extra sterk geldt voor mensen met een gesloten mindset. Daniël Offman heeft de methode “Kernkwadranten” ontwikkelt. Kernkwadranten geven inzicht in je kernkwaliteiten en je uitdagingen. Hierbij is jouw kernkwaliteit datgene waar anderen jou in bewonderen. Je valkuil is datgene wat je wel eens wordt verweten (jouw kernkwaliteit in een doorgeschoten vorm). Jouw uitdaging is wat jij vaak bewonderd in anderen, wat tegenover je kernkwaliteit staat en waar voor jou het meeste ontwikkelpotentieel zit. Jouw allergie is waar je ergernis naar uit gaat.
Je valkuil kun je gemakkelijk tegenkomen. Het is teveel van datgene waar je goed in bent. Je allergie zul je vaak bij anderen tegenkomen. Je uitdaging aangaan zal je al moeite kosten. De kans dat je daarin doorslaat is veel kleiner.
Zie hier het raakvlak met het werken met cognitief talent. Ontwikkelpotentieel zit niet alleen in datgene wat ze goed kunnen, maar juist in de uitdagingen. Het niet werken aan de uitdagingen kan de ontwikkeling behoorlijk in de weg zitten.
Manifeste, latente, en half-latente kwaliteiten
Manifeste kwaliteiten zijn kwaliteiten die duidelijk aanwezig zijn. Ze manifesteren zich. De omgeving herkent de kwaliteiten evenals jijzelf. Manifeste kwaliteiten zijn kwaliteiten die optimaal ontwikkeld zijn. Soms zien anderen deze kwaliteiten beter dan je ze zelf ziet: je bent het gewoon gaan vinden.
Latente kwaliteiten zijn verborgen. Je hebt de kwaliteiten wel in huis maar je weet het nog niet. Latente kwaliteiten bieden de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen.
Half latente kwaliteiten zijn kwaliteiten die je wel hebt maar selectief inzet. Als iemand de kwaliteit ‘directheid’ heeft maar in een bureaucratische omgeving werkt, kan het gebeuren dat hij deze kwaliteit thuis inzet maar op het werk niet.
Blinde vlek: Mijn blinde vlek ligt daar waar ik kwaliteiten heb die een ander wel in me ziet maar waar ik mezelf niet van bewust ben. Daar ligt dus ontwikkelpotentieel want hoe sneller ik die kwaliteiten leer herkennen, erkennen en inzetten, hoe beter het met me gaat.
Hoe meer ik me bewust ben van mijn eigen (manifeste) kwaliteiten (ik zie het) en hoe meer ik deze kwaliteiten inzet (de ander ziet het).
Verschil kwaliteiten en vaardigheden
Er is een groot verschil tussen kernkwaliteiten en vaardigheden. Vaardigheden kun je aanleren, kwaliteiten niet. Toch is er vaak een perfecte combinatie tussen kwaliteiten en vaardigheden. Iemand die de kwaliteit ‘inlevingsvermogen’ heeft, kan de vaardigheid ‘luisteren’ verder uitbouwen. Mensen met de kwaliteit ‘overtuigingskracht’ hebben vaak de vaardigheid om zich communicatief goed uit te drukken.
Hierboven zie je een opsomming van kernkwaliteiten en een voorbeeld kernkwadrant. Met het maken van een eigen kernkwadrant (of meerdere) train je je zelfreflectie, geef je jezelf inzicht in je kwaliteiten en uitdagingen en dus ook in waar je ontwikkelpotentieel ligt. Let wel! Niet alle kernkwaliteiten hoeven op dezelfde valkuilen, uitdagingen of allergieën uit te komen. Bijvoorbeeld ‘Betrokkenheid’ kan als valkuil ‘Dwepend’ geven maar ook ‘Bemoeierig’. ‘Dwepend’ geeft als uitdaging bijvoorbeeld ‘Beschouwend’ en ‘Bemoeierig’ ‘Vertrouwen’. Op ‘Beschouwend’ volgt de allergie ‘Onverschillig’ en op ‘Vertrouwen’ ‘Afstandelijk’. Helder? Hier volgt het bijbehorende plaatje.
Je hebt leuke rijtjes en niet-leuke rijtjes. De rijen ‘Kernkwaliteiten’ en ‘Uitdaging’ zijn de leuke rijtjes. De andere zijn negatief. Maar in welk rijtje ligt het grootste ontwikkelingspotentieel?
Alle uitdagingen zouden ook kernkwaliteiten kunnen zijn en andersom. Je zou dit hele schema doormidden kunnen knippen en kunnen omwisselen. En dan kan jouw valkuil kan een andermans allergie zijn.
Kun je je voorstellen dat het verloop van een samenwerking, een vriendschap of een relatie enige voorspelbaarheid krijgt als je dit kernkwadrantensysteem er op loslaat? Voor ons is het een tool om onbewust gedrag inzichtelijk te maken en zelfreflectie te trainen.