© Ron Schrijver
De Werkwinkel
Sint Nicolaasschool Haren, oorsprong van de Werkwinkel.
De zorg voor cognitief getalenteerde leerlingen
Op de Sint Nicolaasschool in Haren is ruim vijftien jaar ruimte gecreëerd om een
goed programma te ontwikkelen voor cognitief getalenteerde kinderen. Ik ben Ron
Schrijver. Ik was aangesteld om dit beleid, vanuit het principe van de Werkwinkel, te
ontwikkelen en voor een groot deel uit te voeren. De Werkwinkel is een concept van
Alice Duursma van waaruit allerlei soorten kindhulpvragen bediend kunnen worden.
Deze afdeling gaat over de cognitief getalenteerde kinderen en over sociaal-
emotionele zorg. We mogen zeggen dat we inmiddels een doordacht beleid voor
deze doelgroep hebben ontwikkeld, de ruimte hebben gecreëerd om dit uit te
voeren en dit schoolbreed uit te stralen. We ontwikkelen door met Quint Campus,
en doen dat in samenspraak met diverse deskundigen in deze vakgroep.
Doelstelling
De eerste en ook belangrijkste doelstelling is deze leerlingen te leren werken op
niveau. Daarnaast willen we de leerlingen uitdagen met doelgerichte leerstof en ze
motiveren om zich te willen ontwikkelen. Ze moeten productief zijn en presteren op
een niveau dat bij hun cognitieve en sociaal-emotionele capaciteiten hoort. Al hun
leertijd wordt effectief benut en de plusdoelen zijn gericht op het aanleren van
vaardigheden. Belangrijke vaardigheden zijn: Jezelf motiveren, omgaan met je
overtuigingen, geheugen gebruiken, zelfstandig werken, samenwerken, omgaan met
frustraties. We willen de hiaten die gemakkelijk kunnen ontstaan bij meer- en
hoogbegaafde leerlingen opsporen en oplossen. Hiaten kunnen bijvoorbeeld
gemakkelijk ontstaan bij de ontwikkeling van bepaalde executieve functies, bij de
ontwikkeling van het automatiseren en bij het leren volgens de geheugenroute.
Schoolbreed gezien willen we dat alle leerlingen profijt hebben van de extra’s die de
talentvolle leerlingen krijgen. Alle leerlingen verdienen het om mee te genieten van
het leren op niveau.
Talentvolle leerlingen
We gaan er vanuit dat de talentvolle leerlingen die niet voldoende uitgedaagd
worden door het reguliere programma zorgkinderen zijn. Zij verdienen gerichte
zorg, doordacht, kindgericht en compleet met handelingsplannen, evaluaties en
bijstellingen. In de werkwinkel werken de meeste leerlingen volgens een
subgroephandelingsplan. Waar nodig zijn er individuele handelingsplannen. De
kinderen met het volledige werkwinkelpakket noemen we sumakinderen. De
kinderen met het pluswerk geregeld vanuit de werkwinkel noemen we pluskinderen.
Het volledige werkwinkelpakket bestaat uit: Contractwerk, lessen en opdrachten
vanuit de digitale leeromgeving, keuzewerk, eigen verdieping en lessen in de
werkwinkel. Het pluswerk geregeld vanuit de werkwinkel halen we onder anderen
uit: Kant en klaar plus, Somplex, onze eigen digitale leeromgeving en van Yurlsnet.
De sumaleerlingen hebben vaste lesmomenten. De pluskinderen komen regelmatig
in het werkwinkellokaal werken. Op die momenten krijgen zij, wanneer nodig,
begeleiding. Op internet wordt hun werk gecontroleerd en krijgen ze nieuwe
opdrachten. Ook mogen zij zo nu en dan werkwinkellessen bijwonen.
De werkwinkellessen
In het werkwinkelprogramma zijn vaste lessen gepland. Hierin zitten vakken als
wiskunde, natuurwetenschap, Engels, techniek, cultuur, sociale wetenschappen,
presenteren, debatteren en leren studeren. Het lestempo is hoog en de leerstof is
pittig. Leerlingen leren aantekeningen maken volgens de methode van Cornell.
Uiteindelijk zullen ze vanuit die aantekeningen de lessen moeten kunnen
reproduceren. We handelen volgens de taxonomie van 'Bloom'.
In het werkwinkellokaal vinden de volgende activiteiten plaats:
1. Verplichte lesmomenten voor de sumakinderen.
2. Vrije lesmomenten voor suma- en de pluskinderen.
3. Toetsmomenten cognitief talent.
4. Zelfstandig werkmomenten.
5. Nakijksessies van het pluswerk in de groepen.
6. Presentaties en kleine exposities.
7. Gastlessen voor de werkwinkelkinderen.
8. Presentaties en hoorcolleges voor collega’s.
Taxonomie van Bloom
Een van de meest gebruikte manieren, in de werkwinkel, om verschillende
kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen
1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog Benjamin Bloom, als
algemeen model voor de doelstellingen van het leerproces. De taxonomie
onderscheidt verschillende niveaus, oplopend in moeilijkheidsgraad:
• kennis reproductie
• inzicht
• toepassing
• analyse
• creatie/synthese
• evaluatie
In de werkwinkel proberen we veel te werken aan de hand van de laatste drie
niveaus. We hopen hiermee de vaardigheid om informatie op te delen in
onderdelen, de vaardigheid om de waarde van iets te kunnen beoordelen in relatie
tot een bepaald doel en de vaardigheid met behulp van het geleerde nieuwe ideeën
te vinden, te ontwikkelen. Bloom noemt dit: het hogere orde denken. We realiseren
dit vooral door goed na te denken over de vraagstelling in leergesprekken en bij de
opdrachten (hogere orde vragen).
Contractwerk
Contractwerk is een leeractiviteit die past in de vorm van ontwikkelingsgericht leren
in de werkwinkel. Een motiverende vorm van leren waar het ontwikkelen van een
efficiënte werkhouding (en daarmee van gestructureerd leren, zelfstandig leren en
werken!) een belangrijk nevendoel is: met kinderen worden afspraken gemaakt op
basis van de eigen planning. Kinderen nemen zelf initiatieven, afspraken moeten
worden nagekomen. Dit naast het keuzewerk, de vaste lessen en de lessen uit de
digitale leeromgeving. De leerlingen kunnen, ook hier, hun aangeleerde strategieën
in praktijk brengen en de executieve functies trainen.
De digitale leeromgeving
We hebben bij Quint Campus een eigen, voor de werkwinkelleerlingen ontwikkelde,
digitale leeromgeving. Leerlingen krijgen van hieruit opdrachten en lessen. De
begeleidende leerkracht verzorgt een programma voor leerlingen die niet bij elkaar
in een lokaal hoeven te zitten. Overal waar het kind internet heeft kan het de lessen
volgen. Verwerkingen kunnen digitaal of in het werkwinkellokaal op school worden
ingeleverd. De doelstelling van deze digitale leeromgeving is een bijdrage te leveren
aan uitdagend onderwijs op maat voor deze doelgroep en ondersteuning te bieden
aan onderwijsgevenden die hen daarbij begeleiden. De moderator, bijvoorbeeld de
werkwinkelleerkracht, regelt en onderhoudt een topdomein voor de school.
Jack Nowee - Thematisch vakoverstijgend werken
Op deze site zal ik met regelmaat verwijzen naar lesmateriaal op de website van Jack
Nowee. Van doe-paden voor de jonge kinderen tot meesterproeven voor de
bovenbouw en alles daar tussen in. Het is een zeer uitgebreide collectie
lesmaterialen voor alle niveaus en daarom ook goed in te zetten voor de cognitief
getalenteerde leerlingen. Voor een bescheiden bedrag heeft u een abonnement op
de antwoordenbladen, of een educatief pakket, en een bijna onuitputtelijke bron
van spannende leerzame werkbladen, films en andere verdiepingsmaterialen.
Keuzewerk
Voor het keuzewerk hebben we een reeks educatieve spellen, werkbladen,
werkboeken en technisch ontwikkelingsmateriaal. Leerlingen die een programma
hebben afgerond of die om een andere reden even iets anders willen, kunnen
alleen, of met medeleerlingen uit de werkwinkel, een bijeenkomst of een zelfstandig
werkwinkelmoment keuzewerk doen. Deze mogelijkheid zorgt ervoor dat leerlingen
zich in ‘werktijd’ kunnen ontspannen, en dat de leerlingen altijd een goede
tijdsbesteding in de werkwinkel kunnen maken. Dit keuzewerk proberen we
gefaseerd in de reguliere groepen te implementeren zodat alle leerlingen kunnen
profiteren van de educatieve winst van deze vorm van keuzewerk.
Verdiepen naar eigen keuze
De leerlingen kunnen zich in de werkwinkel in allerlei zaken verdiepen. De
werkwinkelleerkracht geeft handreikingen wat betreft de onderwerpen en biedt
verschillende mogelijkheden d.m.v. het materialenaanbod. Een verdieping wordt
afgesloten met een presentatie. Onderwerpen, manier van onderzoeken en
gegevens verzamelen, en de vorm van presenteren, kiest de leerling zelf. We hebben
werkwinkelrichtlijnen waaraan een presentatie moet voldoen. De oudere leerlingen
geven één presentatie. Daarna wordt een eigen verdieping omgezet in een les. Een
les bestaat uit een instructie, een verwerking en een controlemoment.
Studeren
De leerlingen in de werkwinkel moeten zich verdiepen in allerlei onderwerpen, ze
moeten plannen, we vragen van ze om meerdere werk- en leervormen gelijktijdig te
hanteren, en de leerstof kan pittig zijn. In de periode dat ze zelfstandig en volgens
de werkwinkelnormen aan een presentatie werken worden er lessen gegeven waar
ook leerwerk uit voort kan vloeien, werken ze aan contractwerk waarvan de
verwerking binnen een bepaalde tijd af moet en krijgen ze opdrachten vanuit de
digitale leeromgeving. Bij het volgen van de vaste lessen ‘algemene ontwikkeling’
hebben de leerlingen hun aantekenschrift bij de hand. Iedereen maakt voor zich
aantekeningen. Trefwoorden en korte zinnen moeten zo geordend zijn dat de
leerling later een presentatie over dat onderwerp vanuit die aantekeningen kan
geven. In het vaste lessenpakket zit ook de lessenserie “Leren leren” (Minka
Dumont). In deze lessenserie leren de kinderen over de werking van de hersenen en
over de verschillende hersenfuncties. Ze leren hoe het geheugen werkt en toetsen
hoe hun eigen geheugen de leerstof het beste onthoudt. Ze leren wat effectieve
manieren van leren voor hen zijn en oefenen verschillende technieken zoals
mindmappen, samenvatten, markeren en het maken van studiekaarten. Ze leren
hoe ze écht moeten leren … want velen hebben dat nog nooit hoeven doen.
We zijn inmiddels in een fase beland waarin we naast het door-ontwikkelen moeten
waken voor het vasthouden van het al ontwikkelde. En dat is ook een hele serieuze
taak. Het ligt ook helemaal in het verlengde van de ontwikkelingen in de
leerstrategie van de werkwinkel. Het accent gaat, zowel bij de leerlingen als bij de
scholingsmomenten voor de collega’s, liggen op waar het ontwikkelingspotentieel
ligt. “Snelle” leerlingen hebben de potentie probleemstellingen goed op te lossen,
maar kunnen daarin gehinderd worden door hiaten die ontstaan in hun
leerontwikkeling omdat ze bepaalde executieve functies vanuit een snelle
denkstrategie niet trainen. We proberen deze bij Quint Campus al jaren die hiaten te
ondervangen en de problemen voor te zijn. En dat lukt ook goed. Maar het zou het
mooist zijn als deze leerlingen dat vanuit een bepaalde mindset zelf leren doen. En
eigenlijk geldt dat niet alleen voor onze cognitieve talenten maar voor alle
leerlingen. Ook bij de scholing naar de collega’s gaan we kijken naar onze talenten.
Maar we leren ook dat er tegenover ieder talent ook een uitdaging staat en dat het
ontwikkelpotentieel vooral bij die uitdagingen te vinden is. Dat maakt ons kritisch
naar onszelf en dat leert ons weer ons onbewuste gedrag te doorgronden. En
daarmee sturen we het Pygmalion-effect (leerresultaat verbeteren door onbewuste
sturing vanuit onze verwachting). Ik voorspel hiermee een nog positievere
uitwerking op de leerresultaten van onze leerlingen.
Ron Schrijver
Quint Campus
Klik op de foto om het werkwinkellokaal te bekijken.
Klik op de mindmap om te vergroten
Een afdeling voor cognitief talent