© Ron Schrijver
1. Reisverslag
Beste werkwinkelleerlingen,
Beschrijf op minimaal twee A4-tjes, lettergrootte 12, een reis die je zogenaamd maakt of gemaakt hebt. Welke bezienswaardigheden kom
je tegen, waar overnacht je, waar eet je en hoe reis je. Alles omschrijf je in verslagvorm. Je mag foto’s van internet halen en gebruiken
alsof je ze zelf hebt genomen. Je reis duurt minimaal een week.
Misschien ken je de Transsiberië Express wel, of lijkt het je leuk om de Route 66 met een cabrio te rijden. Misschien wil je op safari in
Afrika of droom je over een zeiltocht rond de Wereld. Bij deze opdracht kun je het meemaken. Op internet kun je alle informatie vinden
die je nodig hebt om je eigen reis virtueel te regelen en om er verslag van te doen.
Maak een reisverslag. Denk aan de lay-out: gebruik alinea’s; voeg plaatjes in; maak er een overzichtelijk, prettig leesbaar en interessant
document van. Denk aan de spelling en zet je naam eronder. Wat hier op deze bladzijde staat is alle informatie die je over deze opdracht
krijgt. Het is de bedoeling dat je hier verder helemaal zelfstandig uit komt. Oiënteren - informatie zoeken - schrijven.
Veel succes en goede reis!
De Werkwinkel - digitale leeromgeving
Opdrachten groepen 7 en 8
2. Zelfstandig leren
Zelfstandig leren is super handig. Je kunt het eigenlijk overal bij gebruiken.
Zelfstandig leren doe je in vijf stappen.
1. Stel je doel vast.
2. Oriënteer je.
3. Bepaal je aanpak.
4. Doen!
5. Kijk terug.
Stel je doel vast.
Wat is de opdracht? Wat wil je bereiken? Als je je doel bepaalt, houd dan rekening
met de volgende punten:
1. Stel je doel niet te hoog en niet te laag. Houd het realistisch.
2. Schrijf je doel zo duidelijk mogelijk op.
3. Bedenk ook wanneer je dat doel bereikt wil hebben.
Oriënteer je.
Kijk welke mogelijkheden je hebt om je doel te bereiken. Zoek uit wat je allemaal
moet kunnen, weten of doen om jouw doel te halen. Door het stellen van vragen
kun je die informatie verzamelen. Bedenk vragen die beginnen met wat, wanneer,
waar, wie, hoe en waarom. Bedenk daarna voor elke vraag meerdere antwoorden.
Voorbeeld:
- Wat moet er gedaan worden?
- Wanneer moet er wat worden gedaan?
- Hoe pak ik dat aan?
Bepaal je aanpak.
Wat je beste keuze is kun je bepalen door te kijken naar de voor- en nadelen van je
mogelijkheden. Ook kijk je hoe belangrijk een voor- of nadeel is. Je aanpak moet
goed haalbaar zijn en je moet er je doel goed mee kunnen bereiken.
Maak dan een plan. Kijk daarvoor naar de voor- en nadelen. Met behulp van de
antwoorden op de vragen kun je beslissen wat je gaat doen, hoe je het gaat doen,
waar je het gaat doen, wanneer je het gaat doen en eventueel wie er wat gaat doen.
Dat kun je doen door bij elk antwoord te kijken naar de voordelen en de nadelen.
Doen.
Je gaat je beslissing (plan) uitvoeren.
Kijk terug.
Je kijkt achteraf wat er goed en fout is gegaan, zodat je een volgende keer een (nog )
betere beslissing kan nemen.
Tot besluit:
In de werkwinkel krijg je een opdracht die je met deze methode van zelfstandig
werken moet gaan uitvoeren. Een goed hulpmiddel is ‘Het zelfstandig werken-
formulier’. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je zonder formulier of ander
hulpmiddel volgens deze methodiek kan zelfstandig werken.
3. Levensbeschouwing
De opdracht:
Je gaat een powerpoint maken waarin jouw eigen levensbeschouwing duidelijk naar voren komt. In de powerpoint verwerk
je een zelfgekozen muziekstuk dat goed aansluit bij jouw eigen levensbeschouwing. Je werkt a.h.v. een aantal gegeven
richtlijnen. Eerst alles goed lezen, dan een strategie bedenken en daarna je presentatie opbouwen.
Doelen
Als je deze opdracht nauwkeurig uitvoert ben je na afloop in staat om:
- Onder woorden te brengen wat je 'levensbeschouwing' is.
- Voorbeelden te geven van levensbeschouwelijke vragen.
- Jouw eigen antwoorden op bepaalde levensbeschouwelijke vragen te geven.
- Een zelfgekozen muziekstuk te analyseren.
- Je eigen levensbeschouwelijke visie te verduidelijken aan de hand van dat muziekstuk.
- Je eigen levensbeschouwelijke visie te presenteren met behulp van beeld en geluid.
Heel veel succes én plezier,
Richtlijnen:
a. De powerpoint moet uit minstens 10 dia's bestaan.
b. Op de achtergrond klinkt het muziekstuk dat je hebt geselecteerd.
c. Er moet een duidelijke lijn in je powerpoint zitten. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met informatie over jezelf en over
hoe je in het leven staat; daarna vertel je over het muziekstuk en waarom je het hebt gekozen; vervolgens geef
je een analyse van het muziekstuk, waardoor duidelijk wordt hoe dit nummer past bij jouw levensbeschouwing.
d. In de powerpoint kun je ook foto's en illustraties verwerken om het geheel aantrekkelijker te maken. Gebruik je
creativiteit.
e. Je mag de powerpoint ook samen met een werkwinkelcollegaatje maken. Dit moet je wel aan mij doorgeven.
f. Naast de presentatie die je in de werkwinkel gaat geven mag je je powerpoint ook presenteren in de klas.
Overleg dit met je meester of juf. Een presentatie in je eigen of andere groep levert je een bonuspunt op.
Ik wil alle powerpoints uiteindelijk ook bij elkaar op een usb-stick hebben.
Je werk wordt beoordeeld op inhoud, vormgeving en werkhouding
Inhoud
Heb je alle aangegeven stappen zorgvuldig doorlopen?
Zijn jouw eigen antwoorden op levensbeschouwelijke vragen terug te vinden in de powepoint?
Komt in de powerpoint duidelijk naar voren waarom je dat muzieknummer hebt uitgekozen? Zit er een goede
songtekstanalyse in?
Zit er een duidelijke lijn in je powerpoint?
Vormgeving
Bestaat de powerpoint uit minstens tien dia's?
Is het door jou gekozen muziekstuk goed te horen in de powerpoint?
Zitten er creatieve en originele elementen in jouw powerpoint? Heb je er iets moois, bijzonders van gemaakt?
Werkhouding
Hoe ga je met deze opdracht om?
Levensvragen
In de presentatie verwerk je de volgende levensvragen:
1. Wie vind jij een echte held? Waarom?
2. Wat zijn voor jou de drie belangrijkste zaken in het leven?
3. Denk je dat er iets is tussen hemel en aarde? Wat dan?
4. Op wie mag jij rekenen, en wie mogen er op jou rekenen?
5. Heb je in je leven over de dood nagedacht of ermee te maken gehad? Wat is de dood voor jou?
6. Zijn er mensen die jij zou willen betitelen als minderwaardig? Waarom?
7. Hoe zou je voor jezelf 'genieten' omschrijven?
8. Welk gevoel speelt een belangrijke rol in je leven? Te denken valt aan woede, angst,
eenzaamheid, blijdschap, boosheid, verliefdheid, twijfel, wanhoop, onzekerheid, extase en zo
meer.
9. Welke levenservaring heeft je sterk beïnvloed?
10. Heb jij een levensmotto of levensspreuk?
11. Wat voor attributen/zaken (denk aan kleding, kapsel, taalgebruik, telefoon, hobby) gebruik je om
aan anderen te laten zien wie je bent.
Analyse van een muziekstuk
Kies een muziekstuk uit. Zoek de songteksts op (eventueel de vertaling) en lees die songtekst een paar keer rustig door.
Woorden en uitdrukkingen die je niet begrijpt onderstreep je en zoek je uit.
1. Waar gaat dit lied over? Noteer dat zo uitgebreid mogelijk.
2. Wat zie je in de clip? En wat heeft dat met de tekst te maken?
3. Welke gedachten en emoties roept het muziekstuk bij jou op?
4. Welke kernwoorden horen bij dit muziekstuk?
4. De Dode Zee-rollen.
De Dode Zee-rollen omvatten een collectie handgeschreven teksten, handschriften genoemd, van
meer dan 900 documenten, inclusief ruim 200 handgeschreven teksten van de Hebreeuwse
Bijbel, de Tenach (of het Oude Testament). Ze werden ontdekt tussen 1947 en 1956 in elf grotten
in de buurt van de nederzetting van Qumran, een plaats aan de noordwestkust van de Dode Zee,
ongeveer 12 kilometer ten zuiden van Jericho.
De handschriften zijn geschreven in de Hebreeuwse, Aramese en Griekse taal. Ze dateren uit de
periode ca. 250 vóór Christus tot ca. 50 na Christus. Waarschijnlijk zijn ze rond 68 na Chr. verstopt
in de grotten.
Deze handschriften zijn erg belangrijk, omdat ze een van de weinige geschreven bronnen zijn
betreffende de joodse cultuur van ruim 2000 jaar geleden. Ze werpen een nieuw licht op de
politieke en religieuze context van die dagen. Ze zijn van groot belang voor het onderzoek naar de
tekstoverlevering van het Oude Testament. Ook bieden zij een beeld van het tot dan toe vrijwel
onbekende intertestamentaire tijdvak (tijd tussen het nieuwe en het oude testament van de
bijbel).
Opdracht:
Probeer veel goede informatie te vinden over de Dode Zeerollen. Niet alle partijen waren blij met
de vondst en het bekend maken van de inhoud van de handschriften. Schrijf een essay hierover
(dus met waardeoordeel) en voeg hierbij een kaart van Qumran en de omgeving.
Bij ‘Lesbrieven en studies ’ vind je, onder nummer 1, informatie over het schrijven van een essay.
5. Bouw een mini-maquette
Een maquette is een in het klein gemaakt voorbeeld van bijvoorbeeld een gebouw, een wijk of een
stad. Vaak wordt een maquette als voorbeeld gemaakt van hoe iets er in het groot uit zal gaan
zien.
Jullie gaan zelf een minimaquette bouwen. De opdracht is om de bouwplaat uit te printen, de
gebouwen te maken en netjes op een plattegrond te plakken. Maar omdat jullie in de bovenbouw
zitten komt er nog iets bij: Ontwerp zelf een nieuwe gebouw. Teken een bouwplaat, zorg ervoor
dat de verhouding klopt in vergelijking met de andere gebouwen. Als jouw voordeur even groot is
als de voordeur van een bestaand huisje en hij klopt qua verhouding met jouw nieuwe ontwerp
dat moet het goed zijn. Natuurlijk mag je nog veel meer ontwerpen. Bomen, hekjes, lantarenpalen,
maak er maar wat moois van. Ik zou het super leuk vinden als je er even een foto van maakt en
opstuurt. ron.schrijver@sintnicolaasschool.nl
Op het filmpje doe ik het voor. Helaas heb ik maar weinig kleuren stiften of potloden thuis. Maar
het is dan ook een voorbeeld. Velen van jullie hebben al eens een maquette gebouwd in de
werkwinkel. Dan hoef je verder ook geen tijd te steken in het kijken van het voorbeeld filmpje.
Veel succes!
6. Studievaardigheden - takenoverzicht
In de werkwinkel zijn we regelmatig met plannen en prioriteren bezig. Er lopen verschillende
verwerkingen in een bepaalde periode en moet er gepland worden om daar niets van over het
hoofd te zien. Maar om goed te kunnen plannen moet je een goed overzicht hebben van alles wat
er moet gebeuren. Vandaag gaan we kijken naar zo’n overzicht.
Het takenoverzicht waar ik jullie in de werkwinkel mee wil laten werken is eenvoudig en je kan er
een paar, nodige, zaken in kwijt. Je schrijft in de kolom ‘Taken’ wat je per week wilt gaan doen. Dat
zijn natuurlijk meestal de verplichte opdrachten uit de werkwinkelplanning. Bijvoorbeedl: Les
wiskunde lineaire vergelijkingen; contractwerk blz. 21 en 22; leren studeren - studiekaarten. Als je
die taken af hebt kun je dat op het overzicht aangeven met een vinkje onder ‘af’. Je kunt dan
keuzewerk gaan doen en ook dat noteer je bij die week. Wat je niet af hebt aan taken zet je bij een
latere week, bijvoorbeeld bij de week daarop, in de kolom ‘Inhalen’. zo kun je er zelf voor zorgen dat
alle nodige lessen en opdrachten gedaan worden. Hoe netter je het takenoverzicht invult, des te
duidelijker hij voor je wordt. Taken en inhalen gaan altijd voor keuzewerk. Mocht je vaak niet aan
keuzewerk toe komen dan gaan we kijken hoe dat komt en wat we daaraan kunnen doen. Dat doen
we daan ook aan de hand van dit takenoverzicht. Onderaan is ruimte voor de evaluatie. Daarin
beoordeel je zelf jouw werken met dit overzicht. Wat gaat goed en wat zijn jouw uitdagingen.
Een leeg takenoverzicht kun je downloaden vanaf de downloadpagina diversen 3.
Veel succes!
7. Lettersommen
ABC
DEF
GHI +
2012
AAA
BBB
CCC +
BAAC
Iedere letter vervang je
door een cijfer.
Verschillende letters
staan voor
verschillende cijfers.
De lettersom hier links
heeft één oplossing.
De lettersom rechts
heeft meerdere
oplossingen. Vind je
er één dan is dat
goed. Vind je er twee
dan is dat heel goed,
en zo steeds beter.
Vind je er vijf dan ben
je superieur!