© Ron Schrijver
1. Eigen mening
Beste werkwinkelkinderen van groep 4,
Download de opdrachten als PDF-bestand op je laptop of tablet. Lees het verhaal, schrijf de titel
op in je werkwinkelschrift en beantwoord eerst de volgende vragen in minimaal vier zinnen per
vraag:
1. Wat is er gebeurd?
2. Waarom denk je dat het gebeurd is?
3. Wat vind je van de gebeurtenis?
Beantwoord dan de vragen die onder het verhaal staan uitgebreid.
- Denk goed na voordat je je antwoord opschrijft.
- Werkt netjes en overzichtelijk.
- Verwerk de vraag in het antwoord.
- Controleer je werk op spelling.
De vrolijke vier.
De crossfiets en het rapport.
Wie is de baas?
Aan de beurt.
Dat rotjong!
De verjaardag.
De Werkwinkel - digitale leeromgeving
Groep 3 en 4 opdrachten
4. Bouw een mini-maquette
Een maquette is een in het klein gemaakt voorbeeld van bijvoorbeeld een gebouw, een wijk of een
stad. Vaak wordt een maquette als voorbeeld gemaakt van hoe iets er in het groot uit zal gaan
zien.
Groep 3: Kies één gebouwtje van het blad uit. Probeer die zo netjes mogelijk te kleuren, uit te
knippen en in elkaar te plakken. Bekijk het filmpje maar goed.
Groep 4: Jullie vraag ik om alle drie de gebouwtjes netjes in te kleuren, uit te knippen en in elkaar
te zetten. Maak op een A4-tje een plattegrond waar de gebouwen op vastgezet kunnen worden.
Let op de verhoudingen.
Op het filmpje doe ik het voor. Helaas heb ik thuis geen kleurpotloden. Met kleurpotloden kun je
de gebouwtjes veel mooier inkleuren dan met stift. Ook de plattegrond kan veel mooier worden
met meer kleuren. Laat maar eens zien hoe jullie het kunnen. En maak er een mooie foto van.
Download de
bouwplaat
5. Laat je uitdagen!
Hoeveel vierkanten zie je in de figuur hierboven?
Vierkanten tellen goed opgelost door:
- Storm gr. 4a
-
-
-
Vul de overige vakjes in, zó dat elke rij, elke
kolom en de beide diagonalen dezelfde som
hebben.
Tovervierkant goed opgelost door:
- Quintijn gr. 4a
- Olijne gr.4a
- Storm gr. 4a
-
Belangrijk!
Denk niet dat je deze opdrachten even snel kan doen. Geef dus ook niet te snel op. Mail de
uitkomsten naar mij. Als je een opdracht goed hebt vermeld ik dat hier op de site.
Beste Max, jouw tovervierkant was bijna goed. Tim, Quintijn en Olijne, jullie zitten er, met het
vierkanten tellen, wel heel dichtbij hoor. Leonoor komt ook al in de buurt. En oei Stef, jij hebt je
antwoord herzien. Dat zou ik niet gedaan hebben. Het gaat om vierkanten. Rechthoeken tellen niet.
6. Hoe groot is jouw hand?
Er zijn vormen waarvan je het oppevlakte gemakkelijk kunt berekenen. Bijvoorbeeld een vierkant of
een rechthoek. Je vermenigvuldigd dan de lengte van de ene zijde met de lengte van de andere
zijde en je hebt het oppevlakte. Maar er zijn vormen waar dat niet zomaar bij kan. Een een
voorbeeld van een hele ingewikkelde vorm om het oppervlakte van te berekenen is je hand. En
daarom gaan we vandaag het oppervlakte van je hand berekenen.
Dat doen we door het oppervlakte van jouw hand te verdelen in allemaal vakjes van 1 cm2 (1
vierkante centimeter = 1 centimeter x 1 centimeter). Door te bepalen hoeveel van die vakjes in de
vorm van jouw hand passen weten we het oppevlakte van jouw hand.
Download het werkblad ‘Hoe groot is jouw hand’. Volg de instructies op het blad en noteer het
oppervlakte in cm2.
Succes!
7. Gepast betalen Somplex S4 1.6
Stel, je hebt het volgende in je portomonnee zitten:
•
2x1 eurocent
•
2x5 eurocent
•
3x10 eurocent
•
1x20 eurocent
Geef op het honderdveld aan wat je hiermee allemaal gepast kunt betalen.
Werkblad ‘Gepast
betalen’ bij diversen 4