© Ron Schrijver
meester Ron
De Werkwinkel - digitale leeromgeving Groepen 7 en 8 Lessen 1 t/m10
1. Aantekeningen maken volgens de ‘Cornell-methode’. Als jullie bij een les gevraagd wordt om aantekeningen te maken dan gaan jullie dat doen volgens de methode van Cornell. Dit is een methode die in het vervolgonderwijs en op universiteiten veel gebruikt wordt. Niet voor niets want deze methode geeft je goed overzicht van de behandelde les of college. Deze methode helpt je om op een handige, gestructureerde, manier je aantekeningen te maken. De kernbegrippen (trefwoorden), de korte aantekeningen en eventuele schetsen maak je tijdens de les. De samenvatting schrijf je daarna. Natuurlijk lukt dat niet allemaal in één keer zoals je wilt, maar je zult merken, ook hier geldt: oefening baart kunst. 1. Laat je niet afleiden 2. Schrijf netjes 3. Schrijf je samenvatting kort na de les 1. Blad voorbereiden: Bovenaan het formulier vul je je naam, je groep, het leervak, het lokaal (evt. thuis) en de naam van de leerkracht die de les geeft in. Je eerste formulier is altijd nummer 1. Als je meer formulieren nodig hebt voor één les of college dan komt daar het volgnummer in te staan. 2. Tijdens de les: In de kolom ‘Kernbegrippen’ noteer je losse begrippen en trefwoorden. In de kolom ‘Korte aantekenigen en schetsen’ maak je notities in kort zinnen. Laat alle bijzaken weg. Kleine schetsen of verbindingpijlen kunnen de tekst verduidelijken. 3. Kort na de les: Schrijf onderaan een korte samenvatting van de les. Omdat je uit gaat van de door jou geselecteerde kernwoorden en aantekeningen bestaat deze samenvatting alleen uit hoofdzaken. Succes!
2. Psychologie - waarnemen Het is verbazingwekkend dat we uit onsamenhangende informatie mooie waarnemingen kunnen halen. Ook het feit dat we de Wereld waarnemen als een driedimensionale ruimte. Het beeld van de Wereld zoals dat op ons netvlies valt is immers een platte projectie. Hoe wordt dat platte beeld in ons bewustzijn omgezet tot een ruimte waarin wij kunnen handelen zonder al te veel fouten te maken? Hoe vormen wij uit onze basale gewaarwording zo'n betekenisvol beeld? Hieronder zie je de illusies van Julian Beever. Ze werken alleen vanuit een bepaald gezichtspunt. Perceptuele organisatie Allerlei elementaire gewaarwordingen zoals punten, lijnen en randen worden in ons brein samengevoegd tot eenheden. Eenheden worden samengevoegd tot objecten, tot er een totaalbeeld gevormd is van de Wereld om ons heen. Bij de perceptuele organisatie wordt er tijdens het samenvoegen van alle brokjes ook nog informatie (uit onze ervaring) toegevoegd om de samenvoeging soepel en snel te laten verlopen. Wat wij waarnemen is dus meer dan een simpele optelsom van alle informatie die onze zintuigen gewaarworden. De uiteindelijke waarneming in ons bewustzijn kan daarom afwijken van de werkelijkheid. (Gestaltpsychologie) Link naar de les. Links naar de genoemde filmpjes: 1. Muur 2. Car 3. Basketballers 4. Gekleurde kaarttruck 5. Straat-illusies 6. Optische illusies
3. Leren studeren De lessen ‘Leren studeren’ horen tot de belangrijkste lessen in de werkwinkel. In deze lessen leer je allerlei strategieën aan die je in je verdere schoolloopbaan, en daarna, goed kan gebruiken. We gebruiken hiervoor het leren leren werkboek van Minka Dumont aangevuld met wat eigen onderdelen. Bladzijde 2 t/m 7 doen we in de les. De daarop volgende opdrachten doe je zelfstandig. Let op de jaarplanning! A. Mindmap Bestudeer bladzijde 8 t/m 11 van je werkboek Leren leren. Neem een vel papier. Schrijf het onderwerp van je mindmap midden op het papier. Maak vanuit het onderwerp vertakkingen naar allerlei onderdelen die bij het onderwerp horen. (Vergelijkbaar met de titels van de verschillende hoofdstukken in een werkstuk.) Groepeer aspecten, breng verbanden aan. Gebruik kleuren, symbolen, afbeeldingen en kaders. Gebruik zo weinig mogelijk tekst (steekwoorden). Spreek met je leerkracht een datum voor een presentatie aan de hand van je mindmap B. Studiekaarten Wanneer je een groot stuk tekst moet leren, kunnen studiekaarten daarbij helpen. Op de kaarten staan vragen en antwoorden. De vragen bedenk je zelf en de antwoorden zoek je op in het te leren stuk tekst. Lees de instructie op bladzijde 12 van je werkboek 'Leren leren' eerst goed door. In de werkwinkel schrijf je de vraag op de voorkant en het antwoord op de achterkant van de kaart. Het is belangrijk dat je je het direct goed aanleert. Stevige gele kaarten (A6 grootte) liggen voor je klaar in de werkwinkel. Er ligt één voorbeeldstudiekaart bij. Met de studekaarten kun je jezelf goed overhoren. Bovendien heb je een groot stuk tekst naar een goed te leren kleinere portie omgezet. Bij de eerste studiekaartentoets mag je de studiekaarten raadplegen. Je kunt dan zien of je studiekaarten kloppen. Veel succes! Na de toets: Noteer na de toets je cijfer in je aantekenschrift. Had je goede studiekaarten gemaakt? Ontbraken er nog vragen? Schrijf een kort verslagje over hoe je het maken van studiekaarten hebt ervaren en waar je een volgende keer moet letten. Bewaar dit verslagje met de toets in je werkwinkelmap.
Extra opdracht: Teken zelf een optische illusie. Volg de instructie op het youtubefilmpje. Werk nauwkeurig. Als je helemaal klaar bent is het belangrijk dat je de goede kijkhoek vindt. Dit lukt het best met een camera, bijvoorbeeld met je smartphone. Laat een foto maken met jezelf erbij die je later kunt laten zien in de werkwinkel. Succes!
4. Wiskunde lineaire vergelijkingen en een kwadratische vergelijking
Filmpje 1 Filmpje 2 Filmpje 3 Begin met filmpje nummer 1 en volg de instructies op. Succes!
Download hier wiskundepapier
Voorbeeld ingevuld formulier
5. Stelopdracht ‘Griezelen’. < Ruimte open laten voor de titel > Het was een lange rit. Veel langer dan we van te voren dachten. En daar stonden we, in het donker, voor een vervallen hek, met aan weerszijden stenen muren. Door het ijzeren hek zagen we, toch zeker zo’n dertig meter verderop, het huis staan. Donker, groot … enorm groot. ‘In ieder geval genoeg ruimte ... en iedereen kan een kamer uitzoeken uit de vele kamers die er zullen zijn,’ dacht ik nog. ‘Kom, we gaan er kijken,’ hoorde ik iemand zeggen. Het hek werd open geduwd en we liepen het tuinpad op. Niemand maakte echt veel haast. ‘Wat een rare planten’, hoorde ik iemand fluisteren. En, ‘Is dat een vijver, die donkere plek daar?’ Ik zag de vijver. En iets dat er middenin dreef. ‘Schijn eens even hier,’ vroeg ik toen we bij de deur stonden. ’Eh, de batterij,’ werd er gemompeld. ‘Ik denk dat die leeg is. Mijn zaklamp stopt er mee.’ Ik tastte de deur af op zoek naar een bel en merkte dat die langzaam open ging toen ik er tegenaan duwde. Opdracht: Lees eerst deze instructie helemaal door. Sla twee regels over en schrijf de start van het verhaal over. Schrijf netjes als je het met de hand schrijft. Je mag het ook typen. Start daarna het geluidsfragment. Het is belangrijk dat je het geluid goed hoort (bijvoorbeeld met een koptelefoon). Maar niet te hard hoor, wees zuinig op je gehoor! Laat je niet afleiden en probeer de opdracht in één sessie af te maken. Schrijf zoveel mogelijk door. Tip: Niet teveel nadenken. Gewoon schrijven. Ik ben heel benieuwd naar jullie avontuur. Succes!
Het geluidsfragment
6. Antropologie Antropologie komt van het Griekse woord 'anthropos', wat 'mens' betekent. Logie komt van 'logos'. Dat betekent: kennis. Antropologie zou je dus kunnen vertalen als ‘mensenkennis’. Ieder mens is een eigen ontwerp, een mensontwerp zeggen ze in de antropologie. Een mensontwerp is een verzameling opvattingen/meningen over wat je menswaardig (goed) of mensonwaardig (fout) vindt. Dat mensontwerp kan traditioneel zijn, dat wil zeggen dat de opvattingen altijd hetzelfde blijven, en een mensontwerp kan dynamisch zijn, veranderende opvattingen. Iedereen heeft een mensontwerp, en bij de meeste mensen is die dynamisch. Volg de les en maak aantekeningen op het ‘Cornell’-formulier. Bestudeer de reader goed! [Hier komt de les] Al die verschillende mensen met hun verschillende mensontwerpen, een rijke verscheidenheid aan meningen. Wat kunnen die mensen veel leren van elkaar. Of is het alleen maar lastig? Zitten die mensen elkaar heel erg in de weg? Of zitten die mensen juist jou in de weg? Jij bent kind. Jij moet vaak doen wat de volwassenen zeggen. Eindopdracht: Maak je eigen mensontwerp a.h.v. het voorbeeld uit de les.
7. Elektronica Deze les gaat over stroomkringen en de wet van Ohm. De formule die we gaan gebruiken is: U = I x R, anders gezegd: Spanningsverschil = Stroomsterkte x Weerstand Bekijk de instructie goed en schrijf mee. Soms moet je de film even stil zetten om een opdracht te kunnen doen. De les sluit af met een eindopdracht. Ik ben heel benieuwd wie die goed kan uitvoeren. Succes!
8. Studievaardigheden - Opdracht G1
9. Leren studeren De volgende opdracht is eigenlijk een toetsing voor de volgende onderdelen uit eerder behandelde lessen: 1. Werking van de hersenen 2. Mindmappen 3. Studiekaarten 4. Samenvatten 5. Markeren en inhoudsvragen 6. Woorden of feiten stampen met WRTS 7. Beter-onthouden-trucks Voor deze eindopdracht krijg je vijf weken de tijd. Dat betekent dat je niet alleen de bovengenoemde onderdelen gaat trainen, maar dat je ook het plannen, prioriteren en het overzien van taken goed moet doen. Als dit lukt is dan heb je al veel mee in het vervolgonderwijs. En nu ga ik iets spannends zeggen: Als dit niet goed lukt dan zal je in het vervolgondrwijs onderdelen uit deze lessen tegenkomen waar je extra aan moet gaan werken. Je zult begrijpen dat ik niet voor niets vaak heb gezegd dat dit onderdeel, leren studeren, het belangrijkste onderdeel is van de werkwinkel. Maar het is zeker ook een onderdeel waarvoor ik vele van jullie hard in heb zien werken en waarbij ik goede ontwikkeling heb gezien bij de verschillende werkwinkelleerlingen. Dus heb vertrouwen. Het slagen van dit soort opdrachten heeft ook daarmee te maken. Ik hoop dat jullie jezelf kunnen motiveren om je nog even goed in te zetten voor deze opdrachten. Zet hem op! Download de bundel ‘Leren studeren eindopdracht’ bij downloads, diversen 2. Succes!
10. Elektronica - hafgeleiders Beste jongens en meisjes, Deze les gaat over halfgeleiders, de onderdelen in een elektronische schakeling. Vele van jullie hebben al eens een elektronische schakeling gebouwd in de werkwinkel. En als zo’n schakeling doet wat je ervan had verwacht dan is dat leuk. Maar het wordt nog een stuk interessanter als je weet wat de verschillende onderdelen in zo’n schakeling doen. In deze les ga ik je de onderdelen uitleggen. Ik vraag je daarbij om aantekeningen te maken volgens de Cornell-methode. Klik op het ‘download’-ikoontje en vind het formulier.
Klik op deze foto voor de les.