© Ron Schrijver
meester Ron
De Werkwinkel - digitale leeromgeving Groepen 5 en 6 Les 11 e.v.
11. Definities geven
Download dit werkblad: diversen 3, Definities geven
12. Overeenkomsten - verschil Hieronder staan steeds twee woorden en omschrijvingen daarvan. Schrijf het nummer en de twee woorden steeds in je schrift. Schrijf daaronder de omschrijving die het beste het verschil aangeeft.
meester Ron
13. Conclusies trekken 2
Download het werkblad bij diversen 4
14. Concentratie oefening 2 Beste jongens en meisjes van de werkwinkel, Dit is weer een concentratieoefening. Er worden steeds 2 getallen genoemd. Het eerste getal geeft het aantal plaatsen naar rechts aan en het tweede getal het aantal plaatsen naar boven. Net als in het eerste kwadrant bij de wiskundeles coördinaten. Maar hier gaat het niet om kruispunten maar om vlakken. Kleur iedere keer het vlakje in. Snel, maar wel netjes. Alle ingekleurde hokje vormen aan het eind een tekening. Eerst klaarzitten. Werkblad en potlood erbij. Dan het geluidsfragment aanzetten. Als je het goed wilt doen moet je het geluidsfragment laten lopen. Dus niet tussentijds stoppen. Zet hem op!
Download het werkblad bij diversen 4
Audiofragment
15. Regels en voorschriften les 1 Bij het studeren en later in je werk gelden veel regels en voorschriften. Een regel bij rekenen is bijvoorbeeld: ‘Vermenigvuldigen gaat voor delen’. Een regel bij Nederlandse taal is bijvoorbeeld: ‘Woorden die eindigen op een a, een i, een o of een u worden in het meervoud gezet door er ‘s achter te zetten’. (Probeer deze regel maar eens!) Jullie gaan in deze les nadenken over regels en voorschriften. Hievoor heb je het werkblad ‘Regels en voorschriften 1’ nodig. Die kun je vinden bij downloads onder ‘Diversen 4’. Veel succes!
16. Kun je lezen - les 2 Natuurlijk kun je lezen. Maar toch heb ik hier een pittig leeslesje bedacht voor jullie. Naast het goed lezen train je hiermee ook het concentreren. Dit is echt een les voor de doorzetters. Laat maar eens zien wat je kan. Lees eerst de hele tekst goed door. Schrijf de letters 1 t/m 22 in je schrift met steeds daarachter genoeg ruimte voor een letter. In deze les moet je letters achter de getallen 1 t/m 22 plaatsen. Als je de opdracht goed uitvoert komt er een zin tevoorschijn. Als de zin klopt dan weet je dat je goed kunt lezen. De goede letters vind je in de volgende tekst. Zet een N achter het laatste getal en zet meteen maar een streepje achter het laatste oneven getal. Zet nu achter het getal 4 een R en achter het getal dat 3 groter is een K. Het getal 13 noemt men wel een ongeluksgetal: daarom zetten we de niet de eerste letter van het woord ‘ongeluk’ erachter, maar de letter T. Nu een E achter het getal dat 3 groter is dan het eerste getal dat genoemd werd in de vorige zin. Zet achtereenvolgens achter de getallen 20, 18 en 19 een E, een Z en een L. Zet achter het even getal dat nog over is tussen de 3 en de 8 een I. Zet achter 14 de letter die drie plaatsen verder in het alfabet staat dan de letter achter het getal 6. Zet een A achter het grootste getal dat je nog over hebt en zet deze zelfde letter ook achter het getal dat het derde deel is van 30. Nu een E achter het getal dat het tiende deel van 30 is. Zet een streepje achter het getal dat je krijgt als je met twee dobbelstenen het hoogst mogelijke aantal ogen gooit. Zet een N achter de 9. Stop! Vergissing; zet hem liever achter de 11, anders klopt straks je antwoord niet. Zet een U achter het getal dat je krijgt als je een 6 op z’n kop zet. Zet achter de getallen die je nu nog over hebt én die voorkomen in de tafel van 5 een streepje. Zet de middelste letter van het woord ‘stamper’achter het getal dat één groter is dan het totaal aantal letters van het woord. Tenslotte: Zet een P en een J achter de twee getallen die je nu nog over hebt, maar niet in deze volgorde. Ik ben heel benieuwd of het allemaal gelukt is. Kun je je voorstellen dat niet alleen goed lezen en concentreren, maar ook het goed opvolgen van de opdracht vaak bepalend is voor een goed eindresultaat? Daarom volgt hier nog een laatste aanwijzing: Om nu de zin te vinden moet je eerst de letters van de oneven getallen achter elkaar zetten, daarna de letters van de even getallen. Succes!
Staan er ook overeenkomsten tussen? Schrijf die onderaan de les bij elkaar op. Succes!