© Ron Schrijver
De Werkwinkel - digitale leeromgeving
Lesbrieven en studies groepen 7 en 8
1. Wat is een essay?
Essay als betoog
Met de term essay wordt meestal de Engelse betekenis van het woord bedoeld: een
argumenterend, informerend en prikkelend betoog. De schrijver durft een uitgesproken en goed
beargumenteerde opinie te geven over een maatschappelijke of economische kwestie.
Structuur van een essay
De structuur van een essay is over het algemeen vrij, tenzij er een bepaalde structuur door je
docent geëist wordt. Zorg altijd voor een heldere en logische opbouw van je essay.
Inleiding
De inleiding moet de lezer nieuwsgierig maken naar de inhoud van je essay. Benoem de
achtergrond en de aanleiding voor je onderwerp. Aan het eind van de inleiding moet duidelijk zijn
waar je met je essay naar toe wilt.
Centrale deel
In het centrale deel van je essay ga je beargumenteren. Je geeft jouw visie op het onderwerp. Je
argumentatie moet betrouwbaar zijn om te kunnen overtuigen, gebruik daarom voldoende
bronnen. Ga er niet van uit dat de feiten uit deze bronnen voor zich spreken, maar leg de lezer uit
waarom deze bron jouw standpunt ondersteunt.
Conclusie
De conclusie moet logisch volgen uit het voorafgaande deel van je essay. Blik nog een keer terug
op je inleiding: waarvan wilde je de lezer overtuigen? Leg uit hoe je argumentatiedeel leidt tot je
uiteindelijke conclusie. Eindig je conclusie pakkend, bijvoorbeeld met een krachtige oneliner. Zorg
dat je conclusie blijft hangen bij de lezer.
Tips:
•Een tekst waarvan de opbouw bestaat uit ‘ten eerste’, ‘ten tweede’ en ‘ten derde’ is dodelijk saai.
Probeer te variëren en origineel te zijn in je woordkeus.
•Vermijd woorden als ‘ook’, ‘verder’ en ‘daarnaast’. Je gebruikt ze al gauw te vaak waardoor je er
een hersendode brij van maakt.
•Gebruik zoveel mogelijk de bedrijvende vorm, in plaats van de lijdende vorm. Dus ‘de man liet de
hond uit’ in plaats van ‘de hond werd uitgelaten door de man’.
•Wissel lange zinnen af met korte zinnen.
Houd je tekst bondig wijd niet onnodig uit.
2. Metriek stelsel - Meten is weten!
We hebben in de natuurkunde ‘grootheden’ en ‘eenheden’. Een grootheid is datgene wat je meet,
bijvoorbeeld: lengte; inhoud; gewicht. Maar ook geluid, stroomsterkte, snelheid. Er bestaan wel
meer dan 50 grootheden. De waarden die je meet druk je uit in eenheden, bijvoorbeeld: meters,
liters, grammen,. Maar ook decibel, ampére, kilometer per uur. Natuurlijk bestaan er hier ook meer
dan 50 van.
Als je altijd uitgaat van een basiseenheid dan zul je merken dat je soms hele grote of hele kleine
getallen krijgt. Daarom kun je er een voorvoegsel voor zetten. Bijvoorbeeld centi-meter of kilo-
gram. Soms wordt een voorvoegsel zo vaak gebruikt dat basiseenheid met het voorvoegsel weer als
basiseeheid gebruikt wordt.
Als we even uit gaan van de basiseenheid ‘meter’, dan ziet het rijtje met voorvoegsels er als volgt
uit:
kilometer - hectometer - decameter - meter - decimeter - centimeter - milimeter
afgekort:
km - hm - dam - m - dm - cm - mm
Nog een voorbeeld is:
kg - hg - dag - g (gram) - dg - cg - mg
Met deze informatie vraag ik jullie de lesbrief over metriek stelsel te bestuderen. Bestudeer het
goed en zorg ervoor dat je de leerstof begrijpt. Begrijp je een onderdeel niet direct probeer dan bij
jezelf na te gaan wat je niet begrijpt en waarom niet. Niet te snel opgeven. Vaak leer je op
momenten dat je dingen niet direct begrijpt meer dan wanneer je dat gemakkelijk af gaat. Het
proberen zo’n onderdeel te doorgronden is heel leerzaam om te doen en, ook als het niet lukt,
zeker niet zonde van je tijd. En natuurlijk mag je dan om hulp vragen.
Ga naar de downloadpagina en download de lesbrief ‘Metriek stelsel’.
Veel succes!
meester Ron